Ben Liebrand Hij wordt ook wel “Mastermixer” en zelfs “Godfather van de DJ's of Dutch Dance Music” genoemd. Dit iconische inspirerende voor beeld voor o.a. Tiësto, Armin van Buuren, Ferry Corsten en vele anderen, is niet in 1000 woorden te beschrijven maar eerder in een heel boek. Toch proberen we hier een beknopte weergave te geven van het best wel uitgebreide interview dat ik mocht hebben met ook voor mij de ... “Godfather van de DJ’s” Ben, bedankt dat je tijd hebt vrijgemaakt voor dit interview.

"Ik ben eigenlijk een nerd"

Laten we bij het begin beginnen. Hoe ben je eigenlijk in de muziek terechtgekomen?
“Dat begon eigenlijk door mijn liefde voor muziek en techniek. Mijn eerste optreden vond plaats in een disco theek in Nijmegen, waar de DJ op zondag een pauze nam. De barman moest dan steeds even snel een plaat opzetten. Ik bood aan om het uur over te nemen en zo begon mijn reis als DJ.”

Dus je eerste ervaring als DJ was dus eigenlijk vrij spontaan?

“Ja, absoluut! Ik was daar een vaste klant en kende de muziek. Ik zag dat de apparatuur niet altijd goed behandeld werd, dus ik stelde voor om het over te nemen. Dat leidde er uiteindelijk toe dat ik een vaste avond kreeg in die club.”

Wat vond je ervan dat je mixstijl zoveel invloed had op de Nederlandse dancescene?
“Daar was ik me in eerste instantie niet eens van bewust. Pas jaren later besefte ik hoeveel DJ's door mijn mixen geïnspireerd waren geraakt. Onder anderen Armin van Buuren, Tiësto en Ferry Corsten hebben aangegeven dat mijn werk hen heeft beïnvloed in hun muzikale ontwikkeling."

Wat was de volgende stap in je carrière na Nijmegen?
“Daarna draaide ik in Kwien in Gennep, samen met Huib Luiten. Hij was een van de eersten die het concept van mixen naar Nederland bracht en introduceerde de tech niek die hij in Amerika had opgepikt. Bij Huib hoorde ik voor het eerst dat nummers gemixed werden, met name doordat Popmuzik van M veel sneller als normaal liep. Toen viel mij op dat Huib dat deed om tempo’s aan elkaar aan te passen. Daar ben ik toen ingedoken, en ontdekte wat BPM betekende. Het aantal Beats Per Minute bracht toen structuur in mijn platenbak. Later kreeg ik de kans om in de Keizer Karel Club in Nijmegen te draaien, zeven dagen per week. Leuke anekdote is wel dat pas aan het einde van de openingsavond voor mij duidelijk werd dat het een gayclub was. Daar was ik vervolgens 9 jaren lang resident DJ en was volgens Manfred Langer de inspiratie voor zijn “IT” in Amsterdam. In de Keizer Karel club heb ik echt de kunst van het mixen geperfectioneerd. Mijn inspiratie en stijl werd mede beïnvloed door artiesten en producers zoals Giorgio Moroder, Pink Floyd, Kraftwerk en Jean-Michel Jarre. Later ook nog door een Niles Rodgers (Chic) en Gino Soccio” “Een hoogtepunt was toch wel de Gouden Harp” Een hoogtepunt was toch wel de Gouden Harp in 2020, als erkenning voor mijn bijdrage aan de Nederlandse muziekindustrie. Het is mooi om te zien hoe de dancescene zich heeft ontwikkeld en hoe veel Neder landse DJ’s internationaal succes hebben geboekt.”

Hoe kijk je naar de evolutie van DJ’s en producers vandaag de dag?
“Tegenwoordig draait het veel meer om bekendheid en imago dan om techniek. Sommige DJ's laten anderen hun producties maken en gebruiken ghostproducers. Maar het publiek lijkt dat niet erg te vinden, zolang de show goed is. Desondanks zijn er nog steeds DJ’s die echt hun eigen sound creëren en innovatief bezig zijn en dat waardeer ik enorm.”

Behind The Scene/Backstage Je hebt een reputatie als perfectionist. Hoe bereid je je sets voor? En wat moet er staan bij een optreden?

“Ik gebruik mijn 12” MacBook om alles voor te bereiden. Ik orden mijn nummers op BPM en toonsoort, zodat over gangen perfect in elkaar vloeien. Voor een event zoals Disco250 zet ik alles van tevoren op volgorde, want op de avond zelf is er geen tijd meer om te bladeren. Disco250 in Tivoli is een van de avonden waar ik extra aandacht aan besteed, omdat het een speciaal event is met een zorgvuldig samengestelde set van 250 nummers. Hierin probeer ik verrassende overgangen te maken en mijn publiek mee te nemen op een muzikale reis van 5 uur. Tijdens een DJ-set is het voor mij wel belangrijk om 4 cdj-3000’s te hebben om de alle overgangen en combi naties live (zonder automatische sync) te kunnen maken. Dat samen met een stereo set monitoren, zodat ik alle verschillende nummers die tegelijkertijd lopen van elkaar kan onderscheiden. Dat zijn cruciale eisen die mij de mogelijkheid geven voor een optimaal optreden. De mengtafel/mixer is minder van belang want ik maak weinig gebruik van de effecten die het heeft. Het komt bij mij meer neer op het combineren van de verschillende lagen in een mix.”


Je hebt een unieke stijl. Hoe houd je die vast?
“Behind The Scene/Backstage” Een “Backstage” interview van een toon- aangevende DJ/act uit het festival/evenementen-circuit. Dit met hun eigen inzichten, adviezen, belevingen en anekdotes. Ik luister nooit naar sets van andere DJ's om ervoor te zorgen dat mijn stijl puur blijft. Als er overeenkomsten zijn met anderen, is dat toeval. Mijn aanpak is altijd gebaseerd op logica en muzikale samenhang. Het gebruik van BPM en toonsoorten helpt mij om de best mogelijke combinaties te maken en een vloeiende set neer te zetten. Zelfs door bij sommige nummers de toon soort te veranderen om zo die nummers in de mix te passend te maken en om zo ook iedere keer weer nieuwe combinaties te ontdekken en toe te passen.”


Ben, we hebben enkele gemeenschappelijke connec ties in ons netwerk o.a. Jeroen Groenendijk van Pioneer DJ. En toen ik in 2002 de nieuwe studio van Radio 538 mocht ontwerpen en realiseren, verras send kwam ik jou ook indirect tegen omdat je verantwoordelijk was voor de huisstijl en artwork van Radio 538.

“Klopt, vanaf de jaren 90 en nog steeds heb ik me ook naast muziek meer met visuele vormgeving bezigge houden, inderdaad de complete huisstijl en alle visuals van Radio 538, maar ook al het artwork voor TMF, Thun derdome commercials en de vormgeving van de eigen Grandmixen. Zelfs voor Pepsi, KLM en diverse visuals voor Alan Parsons en Armin van Buuren. Dit doe ik nog steeds voor diverse opdrachtgevers en maak ook eigen visuals 3D-producties die online verkocht worden.”

Ook je eigen album “Iconic Groove” is tot in de perfectie vormgegeven. Het gaat dus echt om het complete plaatje én beleving.
“Dat is iets waar ik inderdaad veel aandacht aan besteed. Het geheel heeft wel geresulteerd in diverse internationale aandacht en awards. Ik ben best wel een nerd, maar het geeft mij wel de voldoening om dit te mogen doen. Gelukkig heb ik mijn vrouw Brenda nog die mij soms terug op mijn benen zet want ik kan best ver doorgaan hierin; uiteindelijk moet het ook winstgevend zijn. Maar het klopt, ik ga soms tot in het extreme, liefde voor het vak, passie voor muziek en het perfectionisme in techniek zijn toch de drijfveren..”

Jij was een van de eersten die serieus met BPM’s werkte, toch?
“Ja! Ik zag in het begin jaren 80 op Franse Vinyard- labels nummers staan als “117 BPM” of “132 BPM”. Eerst had ik geen idee wat het betekende, maar later realiseerde ik me dat het Beats Per Minute waren. Toen ben ik mijn hele collectie gaan timen en rangschikken op BPM. Dat veranderde alles. Ik kon vloeiender mixen zonder dat nummers opeens te snel of te langzaam klonken. Later kwam het mixen in key, oftewel toonsoort, erbij, dus nog meer uitdaging en toegepaste techniek.”


Je Grandmixen zijn legendarisch. Hoe begon dat project?
“In 1983 kreeg ik de kans om op Radio Veronica een mixshow te doen: In The Mix. Die mixen sloegen enorm aan en tegen het einde van het jaar besloot ik een jaaroverzicht te maken: de Grandmix. Dat werd een gigantisch project waarin ik de beste dance-tracks van het jaar naadloos in elkaar liet overlopen. Het werd direct een fenomeen, mensen namen ze massaal de mixen op cassette op. Uiteindelijk werd de Grandmix een jaarlijks terugkerend hoogtepunt, iets waar luisteraars elk jaar naar uitkeken.”


Je woont al geruime tijd in Canada maar komt voor optredens nog wel naar Nederland? Je staat bekend als een extreme perfectionist. Klopt het dat je voor je Grandmixen alle platen opnieuw kocht? ”
Ja! Ik wilde dat de mixen zo perfect mogelijk waren, zonder tikken, krassen of ruis. Vinyl kan na verloop van tijd slijten, dus voor de Grandmix kocht ik alle platen opnieuw om de beste kwaliteit te garanderen. Dat was financieel natuurlijk niet slim, want ik verdiende er niets aan en het kostte me alleen maar geld. Maar voor mij ging het om de kwaliteit.”

Hoe lang duurde het om een Grandmix te maken?
“Gemiddeld zes weken, soms langer. Alles moest perfect zijn. Ik knipte en plakte toen letterlijk stukjes tape om de beats exact gelijk te krijgen. In de latere jaren werd dat natuurlijk digitaal een stuk makkelijker, maar de precisie bleef altijd hetzelfde.”

Even terug op de persoon Jeroen Groenendijk, wat heeft hij betekent voor jou? Of voor ons als DJ’s?
“Jeroen Groenendijk heeft uiteindelijk voor gezorgd dat er op élk festival en evenement Pioneer DJ de standaard is geworden, wat die indirect betekent heeft voor de dancescene is vaak onderschat. Dit was zo in Nederland en mede door het succes van de Dutch Dance Scene is dat wereldwijd de standaard geworden.”

Heb je ooit spijt gehad van keuzes in je carrière?
“Nee. Ik ben blij dat ik de dance-scene in Nederland mede heb mogen vormgegeven. Misschien heb ik niet de gigantische bedragen verdiend die sommigen nu binnenhalen, maar ik heb altijd en nu nog vanuit passie gewerkt. En dat blijft.”

Je woont al geruime tijd in Canada maar komt voor optreden nog naar Nederland?
“Zeker, dat is steeds weer een positieve ervaring én uitdaging, een keer of 10 per jaar kom ik naar daar om in het weekend op vrijdag, zaterdag en soms zondags een optreden te doen. Dus zo’n 25 tot 30 optredens in Nederland per jaar. Mijn management daar probeert de aanvragen zo te combineren dat ze in elkaars dagen overlopen. Mijn boekingen worden geregeld door Albert. Hij probeert meerdere optredens in een weekend te combineren, zodat de reiskosten verdeeld worden. Zo blijft het voor iedereen haalbaar. Ook nog diverse gigs op het Noord-Amerikaanse continent en wereldwijde boekingen, diverse festivals, evenementen en besloten feesten. Ik vind dat nog te gek om te doen en de voldoening van de fans te zien. Zo ook weer dadelijk de bewuste Disco250 avond in Tivoli op 19 April, zoals ik al eerder vertelde een 5 uur durende muzikale rondreis.”


Wat maakt dan Disco250 op 19 april in Tivoli Utrecht zo speciaal?
“Het is niet alleen de muziek, het is de complete ervaring van uitgaan zoals vroeger: het geluid, de sfeer, de licht show. Het is echt een trip terug in de tijd. De bezoekers herbeleven als het ware hun vorige uitgaansleven weer.” Wat kunnen we in de toekomst nog van je verwachten? “Ben nog te horen bij diverse radiostations met de grand- en minimixen, en zeker te zien op diverse locaties. En door liefde van muziek en techniek blijf ik mezelf constant aan het ontwikkelen en nieuwe combi naties te ontdekken. Ik wil blijven verrassen en ervoor zorgen dat mijn sets altijd iets nieuws brengen; zelfs voor de meest ervaren bezoekers en luisteraars.”


Wow, een 24-minutenmix? Dat is ambitieus in een tijd waar nummers steeds korter worden.

“Klopt, maar ik geloof dat er nog steeds mensen zijn die langere, meeslepende mixes waarderen. Daarom bied ik altijd verschillende versies aan: een radio-edit, een DJ-versie met bewust een lang outro en een uitgebreide mix voor de echte liefhebbers.” Dank je wel voor je tijd, Ben. Het was geweldig om je inzichten te horen! En we zien elkaar op 19 april in Tivoli Utrecht. Het bovenstaande is een gedeelte van het hele inter view, uiteindelijk ruim 1,5 uur.

Dit gehele interview is binnenkort te zien op o.a. YouTube @feestdjandre en via FE-Magazine met echt meer inhoudelijke vragen, diepgaande meningen en meer Ben Liebrand technische en perfectionisme inzichten. www.benliebrand.com

Voor meer informatie over het boeken van Ben Liebrand kunt u contact opnemen met De Boeker Agency. Tel: +31(0)20 76 00 610 info@deboeker.nl


Foto’s en visuals in dit interview zijn van: © Foto’s: Ben Liebrand www.liebrand.com